Reactie op een mail van de gemeente Werkendam betreffende de uitvoering van de Wmo

• Onderwerp: Zorg en gezondheid | Organisatie en beleid
• Waar: officielepublicaties 
• Categorie: officielepublicaties/nds-tk/2011

Omschrijving:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 juni 2011 In uw brief van 9 december 2010, kenmerk 2010Z17748/2010D48651, heeft u mij verzocht om een reactie op de mail van de gemeente Werkendam van 25 november 2010 met betrekking tot de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Onder verwijzing naar mijn brief van 11 januari 2011, kenmerk DMO/SFI-U-3042791, bericht ik u als volgt. De beantwoording heeft enige tijd op zich laten wachten omdat ik mij door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heb laten informeren over de door de gemeente Werkendam aan de orde gestelde aangelegenheid. In de mail van 25 november 2010 geeft de gemeente Werkendam aan dat zij bij het terugvorderen van een ten onrechte verstrekte voorziening of een persoonsgebonden budget (pgb), nadat is komen vast te staan dat het bestuursrechtelijke besluit tot terugvordering terecht is genomen, ook nog een civielrechtelijke procedure ingevolge artikel 203 Boek 6 Burgerlijk Wetboek moet starten om zich een juridische titel te verschaffen om tot inning van de vordering over te kunnen gaan. Hierdoor is het terugvorderen van een ten onrechte verstrekte voorziening of een pgb een tijdrovende, dure en arbeidsintensieve aangelegenheid. Ter vereenvoudiging stelt de gemeente Werkendam, onder verwijzing naar de Wet werk en bijstand (WWB), voor in de Wmo te bepalen dat de gemeente de mogelijkheid krijgt een ten onrechte verstrekte voorziening of een pgb bij dwangbevel in te vorderen. Hiermee verschaft de gemeente zich een executoriale titel waarmee, zonder tussenkomst van de civiele rechter, tot inning van de vordering kan worden overgegaan. De gemeente verzoekt mij zorg te dragen voor wetgeving op dit punt. In reactie op het vorengestelde bericht ik u het volgende. Om de doelmatigheid van de inning van een vordering te vergroten voorzien enkele bijzondere wetten (zoals de WWB) inderdaad in de mogelijkheid dat een bestuursorgaan zichzelf een executoriale titel verschaft, door middel van het uitvaardigen van een dwangbevel. Het gaat hierbij om een vergaande bevoegdheid omdat met behulp daarvan – anders dan in het civiele recht – zonder tussenkomst van de rechter een betaling kan worden afgedwongen. Daarom was voor mij allereerst van belang om nader te onderzoeken in hoeverre de door de gemeente Werkendam aan de orde gestelde aangelegenheid breder speelt. Van de VNG heb ik inmiddels begrepen dat ook andere gemeenten de door de gemeente Werkendam aan de orde gestelde aangelegenheid als een probleem ervaren. Voor gemeenten wint deze aangelegenheid verder aan relevantie als met de decentralisatie van begeleiding het aantal verstrekte voorzieningen toeneemt. Voor mij is dit aanleiding om te bezien op welke wijze erin kan worden voorzien dat het terugvorderen van een onterecht verstrekte voorziening voor een gemeente eenvoudiger wordt gemaakt. Een afschrift van deze brief stuur ik aan de gemeente Werkendam.